Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En op den achtsten dag zal hij twee volkomen [11]lammeren, en een [12]eenjarig volkomen schaap nemen, mitsgaders [13]drie tienden meelbloem ten spijsoffer, met olie gemengd, en een [14]log olie. 11. Waarvan het ene ten schuldoffer, het andere ten brandoffer geofferd moest worden. Zie onder, vs.12,19. 12. Hebreeuws, ene dochter van haar jaar. 13. Te weten, van een efa, dat is, drie gomer. Zie Ex.16:36. 14. Een kleine maat van natte waren, houdende vier quadranten, van welke een was de maat van anderhalve eierschaal, zodat een log zes gewone eierschalen heeft gehouden. Her vierde deel van een cab, welke hield vier logen of vier en twintig eierschalen, dat is, zoveel als in vier en twintig eierschalen gaan kan.